'Cellist' is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈtʃɛl.ɪst/.
Het woord 'cellist' vertaalt naar het Nederlands als 'cellist'.
Een 'cellist' is een muzikant die de cello bespeelt, een strijkinstrument uit de familia van de violen. Cellisten kunnen solo- of samenspel spelen, en spelen vaak in orkesten of kamermuziekensembles. In het Engels wordt 'cellist' vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven context. Het woord komt regelmatig voor in muzikale discussies, recensies en educatieve teksten over muziek. Het gebruiksfrequentie is relatief hoog binnen muzikale en culturele contexten.
De beroemde cellist gaf gisterenavond een concert.
She has always dreamed of becoming a professional cellist.
Hoewel 'cellist' niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, draait het in muziek vaak om het talent van muzikanten en hun rol in ensembles. Hier zijn enkele voorbeeldzinnen waar 'cellist' een belangrijke rol speelt:
De tekstschrijver schreef een lied met een prachtige cello-melodie waarin de cellist prominent naar voren kwam.
During the performance, the cellist stole the show with her breathtaking solos.
Tijdens de voorstelling stal de cellist de show met haar adembenemende solo’s.
The cellist's deep notes resonated within the hall, captivating the audience.
Het woord 'cellist' is afgeleid van het Italiaans 'violoncello', wat een verkleinwoord is van 'violone', dat 'grote viool' betekent. Het gebruik van het woord 'cellist' dateert uit het begin van de 19e eeuw, toen de cello steeds populairder werd als solistisch instrument.
Synoniemen: - Cello-speler - Strijker (in de context van strijkinstrumenten)
Antoniemen: - (Hoewel er niet echt een directe antoniem is, kan men een "violist" beschouwen als iemand die een ander type strijkinstrument, de viool, bespeelt.)
Dit geeft een gedetailleerd overzicht van het woord 'cellist', inclusief zijn betekenis, gebruik en linguïstische achtergrond.