Het suffix "-phagous" is een bijvoeglijk naamwoord in het Engels.
/ˈfæɡəs/
Het woord "-phagous" kan vertaald worden als "-eterig" of "-vretend" in het Nederlands, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
Het suffix "-phagous" komt van het Grieks "phagein," wat "eten" of "consumeren" betekent. Het wordt vaak gebruikt in een wetenschappelijke context, met name in de biologie, om organismen te beschrijven die zich voeden met of zich voeden met bepaalde soorten voedsel of andere organismen. Het wordt doorgaans in geschreven context gebruikt, vooral in wetenschappelijke literatuur.
Bijvoorbeeld: - De term "herbivorous" beschrijft een soort die -phagous is met betrekking tot planten. (De term "herbivoor" beschrijft een soort die planten eet.)
Hoewel "-phagous" niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, kan het worden gebruikt in termen die het eetgedrag van bepaalde organismen beschrijven. Hier zijn enkele voorbeelden:
"A carnivorous diet can be quite -phagous for certain predators." (Een carnivore voeding kan behoorlijk vreetgedrag vertonen voor bepaalde roofdieren.)
"Many species are frugivorous, meaning they are -phagous in their preference for fruits." (Veel soorten zijn vruchtetend, wat betekent dat ze fruit verkiezen in hun voedselkeuze.)
"Some insects have evolved to become saprophagous, feeding on decaying organic matter." (Sommige insecten hebben zich ontwikkeld tot afbraaketers, die zich voeden met verrottend organisch materiaal.)
De oorsprong van "-phagous" komt van het Grieks "phagō," wat "eten" of "consumeren" betekent. Het is ontstaan uit de samenstelling van verschillende woorden die verband houden met eetgewoonten van organismen in de biologie.
Synoniemen: - Eterig - Vretend
Antoniemen: - Apathisch (in termen van eetgewoonten) - Niet-eterig (in contexten waar geen voeding wordt verkregen)
Door de wetenschappelijke aard van "-phagous" is het een specifiek en technisch woord dat vooral relevant is in de biologie en ecologie.