"Begat" is de verleden tijd van het werkwoord "to beget".
/ bɪˈɡæt /
"Begat" kan vertaald worden naar het Nederlands als "verwekte" of "baarde".
"Begat" is een verouderde formulering van het werkwoord "to beget", dat betekent "te verwekken" of "een kind te hebben". Het wordt vaak gebruikt in een formele of religieuze context, vooral in de Bijbel, om de genealogische lijn van een persoon aan te geven. Dit soort woorden komt vaker voor in geschreven teksten dan in gesproken taal, vooral omdat het een archaïsche vorm is.
"In the biblical account, Abraham begat Isaac at an advanced age."
"In het Bijbelse verslag verwekte Abraham Isaak op hoge leeftijd."
"The lineage shows that Abraham begat Isaac, who later became a significant figure in the history of the Israelites."
"De afstamming toont aan dat Abraham Isaak verwekte, die later een belangrijke figuur werd in de geschiedenis van de Israëlieten."
"Begat" zelf wordt niet vaak gebruikt in moderne idiomatische uitdrukkingen, maar de concepten van voortplanting en afstamming zijn in verschillende contexten aanwezig. Hier zijn enkele voorbeelden van idiomatische zinnen met "to beget":
"The decisions he made during his youth begat wisdom in his later years."
"De beslissingen die hij maakte in zijn jeugd baarde wijsheid in zijn latere jaren."
"Greed begat jealousy and conflict among the group."
"Hebzucht baarde jaloezie en conflict binnen de groep."
"Miscommunication often begets misunderstanding."
"Miscommunicatie baart vaak misverstand."
Het woord "beget" komt uit het Oudengels "begietan", dat "verwekken" of "brengen" betekent. Dit woord is afgeleid van de Germaanse wortel *ga- ("ben or geef"), die ook in andere Germaanse talen terug te vinden is.
Synoniemen: - To sire - To father - To generate
Antoniemen: - To abort (in de context van zwangerschap) - To prevent (in de context van voortplanting)
In de moderne context wordt "begat" niet veel meer gebruikt, maar het blijft een significant deel van de Bijbelse tekst en de terminologie rondom genealogieën.