"Bell" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "bell" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /bɛl/.
"Bell" kan in het Nederlands vertaald worden als "bel".
Het woord "bell" verwijst naar een voorwerp dat geluid maakt wanneer het wordt aangeslagen, vaak gemaakt van metaal of een ander materiaal en meestal in een vaste positie is gemonteerd. Het wordt vaak gebruikt om aandacht te trekken of een signaal te geven. In de Engelse taal komt "bell" veel voor, zowel in gesproken als in geschreven context, hoewel het iets vaker in geschreven vorm wordt aangetroffen, bijvoorbeeld in literatuur of specifieke verwijzingen.
Voorbeeldzinnen:
1. The church bell rang loudly, signaling the start of the service.
(De kerkbel luidde hard en gaf het teken voor de start van de dienst.)
Het woord "bell" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Engels. Hier zijn enkele voorbeelden:
That name rings a bell, but I can't place where I've heard it before.
(Die naam komt me bekend voor, maar ik kan me niet herinneren waar ik het eerder heb gehoord.)
"Bells and whistles" - Dit verwijst naar extra functies of versieringen die iets aantrekkelijker of ingewikkelder maken.
The new smartphone comes with all the bells and whistles you could want.
(De nieuwe smartphone heeft alle extraatjes die je maar kunt wensen.)
"Put on the back burner" (met betrekking tot bel): Dit betekent iets tijdelijk minder belangrijk maken, maar zonder het helemaal te vergeten.
Het woord "bell" komt van het Oudengelse woord "bylle," wat "bel" betekent. De oorsprong kan verder terug te vinden zijn in het Proto-Germaanse woord *baldiz, dat "hard" of "hard geluid" betekent.
Synoniemen: - Chime - Gong - Tinkle
Antoniemen: - Silence (stilte) - Muteness (stomheid)
"Bell" heeft een duidelijke plaats in de Engelse taal, zowel qua betekenis als qua gebruik, en komt in diverse idiomatische uitdrukkingen voor die wijzen op de veelzijdigheid ervan in de communicatie.