"Low German" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "Low German" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /loʊ ˈdʒɜːrmən/.
"Low German" kan vertaald worden als "Laag-Duits" of "Nedersaksisch".
"Low German" verwijst naar een groep dialecten die voornamelijk gesproken worden in de noordelijke delen van Duitsland en in sommige delen van Nederland. Het is een West-Germaanse taal en behoort tot de Nedersaksische taalgroep. Het gebruik van Low German is steeds minder frequent, vooral onder jongeren, en het is meer aanwezig in gesproken vorm dan in geschreven. In sommige gebieden wordt het nog steeds gebruikt in families en lokale gemeenschappen.
Many people in northern Germany still speak Low German at home.
Veel mensen in Noord-Duitsland spreken nog steeds Laag-Duits thuis.
The preservation of Low German is important for cultural identity.
De instandhouding van Laag-Duits is belangrijk voor de culturele identiteit.
Low German has many similarities with Dutch.
Laag-Duits heeft veel overeenkomsten met het Nederlands.
"Low German" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen zelf, maar het concept van regionale dialecten komt centraal voor in uitdrukkingen over taal en cultuur.
In regions where Low German is spoken, it's common to hear phrases unique to the culture.
In regio's waar Laag-Duits gesproken wordt, is het gebruikelijk om zinnen te horen die uniek zijn voor de cultuur.
To understand the humor of the Low German speakers, one must grasp the dialect's nuances.
Om de humor van de Laag-Duitse sprekers te begrijpen, moet men de nuances van het dialect begrijpen.
The rich tradition of storytelling in Low German reflects the heritage of the region.
De rijke traditie van vertelkunst in Laag-Duits weerspiegelt het erfgoed van de regio.
De term "Low German" komt van het woord "low", wat "laag" betekent, en verwijst naar de laaggelegen regio's van Duitsland waar de dialecten worden gesproken. "German" verwijst naar de taal en cultuur van Duitsland. De term wordt al sinds de middeleeuwen gebruikt om de dialecten van deze specifieke regio's te onderscheiden van de hogere varianten van het Duits, zoals Hoogduits.
Synoniemen: Nedersaksisch, Plattdeutsch.
Antoniemen: Hoog Duits, Standaard Duits.