"Manchurian elm" is een samenstelling van een bijvoeglijk naamwoord ("Manchurian") en een zelfstandig naamwoord ("elm"). Het verwijst naar een specifieke soort boom.
De fonetische transcriptie van "Manchurian elm" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is:
/ˌmænˈtʃʊəriən ɛlm/
De vertaling van "Manchurian elm" in het Nederlands is "Manchurische iep".
De Manchurian elm (Ulmus propinqua) is een boomsoort die oorspronkelijk voorkomt in het gebied van Manchoeurië in China, Japan, en delen van het Russische Verre Oosten. Deze boom wordt vereerd om zijn robuuste groei en schaduw, en is vaak aangeplant in stedelijke gebieden. Het gebruik ervan in de Engelse taal komt voornamelijk voor in botanische en ecologische contexten, en het wordt vaker gebruikt in geschreven tekst dan in gesproken taal.
Het park was omzoomd met Manchurische iepen, wat een prachtige schaduwrijke canopy bood.
Many cities have turned to the Manchurian elm as a resilient tree choice for urban landscaping.
De term "Manchurian elm" is niet gebruikelijk in idiomatische uitdrukkingen. Echter, de boom zelf wordt wel erkend in discussies over stedelijke flora en ecologische duurzaamheid.
De naam "Manchurian elm" komt van de regio Manchurie, waar de boom oorspronkelijk voorkomt. Het woord "elm" stamt uit het Oudengels "elm", dat verwant is aan het Germaanse woord "alema", en verwijst naar de iep-achtig boom.
Synoniemen:
- Ulmus propinqua
- Manchurische iep
Antonimen:
Er zijn geen directe antoniemen voor "Manchurian elm", maar men kan denken aan andere boomsoorten die in stedelijke gebieden worden gebruikt, zoals de "American elm" of "English oak".