"Middle-English" is een bijvoeglijk naamwoord.
De fonetische transcriptie van "Middle-English" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈmɪdəl ˈɪŋɡlɪʃ/
"Middle-English" kan worden vertaald naar het Nederlands als "Middelengels".
"Middle-English" verwijst naar de Engelse taal zoals deze gesproken en geschreven werd tussen het einde van de 11e eeuw en het midden van de 15e eeuw. Het is een belangrijke periode in de ontwikkeling van de Engelse taal die volgt op de Oudengelse periode en voorafgaat aan het Modern Engels. Middle-English is te herkennen aan verschillende spellingregels, grammatica en woordenschat die sterk beïnvloed zijn door het Normandisch Frans en Latijn. Het wordt voornamelijk bestudeerd in academische contexten en heeft een hogere gebruiksfrequentie in geschreven stukken dan in mondelinge spraak, omdat de tijdsperiode waarop het betrekking heeft, al lang geleden is.
Veel beroemde werken, zoals Chaucer's "The Canterbury Tales", zijn geschreven in Middelengels.
Studying Middle-English can give insights into how the English language has evolved over centuries.
"Middle-English" is niet een veel voorkomend onderdeel van idiomatische uitdrukkingen, maar hieronder zijn enkele zinnen die de term in een bredere context weergeven:
Het begrijpen van Middelengels vereist een goede beheersing van de historische taalkunde.
Many students struggle to read texts written in Middle-English due to the differences in vocabulary.
Veel studenten hebben moeite om teksten die in Middelengels zijn geschreven, te lezen vanwege de verschillen in de woordenschat.
The transition from Old English to Middle-English marked a significant point in linguistic history.
"Middle-English" is samengesteld uit de woorden "middle" (midden) en "English" (Engels), waarbij "middle" verwijst naar de tussenliggende periode in de taalgeschiedenis tussen Oudengels en Modern Engels. De term zelf is pas ontstaan in de 19e eeuw toen taalkundigen de verschillende fasen van de Engelse taal begonnen te categoriseren.