“Socket” is een zelfstandig naamwoord in het Engels. Het kan ook fungeren als een werkwoord in specifieke contexten, maar over het algemeen wordt het het meest gebruikt als een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "socket" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IFA) is /ˈsɒkɪt/.
De vertaling van “socket” in het Nederlands is “stopcontact” of “aansluiting”, afhankelijk van de context.
“Socket” verwijst meestal naar een opening of een ruimte waarin iets kan worden geplaatst of aangesloten. Het wordt vaak gebruikt in technische contexten, zoals elektronica en computernetwerken, waar het verwijst naar een verbinding voor apparaten, zoals stopcontacten voor elektriciteit of verbindingspoorten. De gebruiksfrequentie is hoog in zowel mondelinge als geschreven conversaties, voornamelijk in technische of informele contexten.
Voorbeeldzinnen:
- Make sure to plug the charger into the socket.
Zorg ervoor dat je de oplader in het stopcontact steekt.
Het woord "socket" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen op zichzelf, maar het kan wel deel uitmaken van enkele technische termen of samenstellingen. Hier zijn enkele voorbeelden van uitdrukkingen waarin "socket" voorkomt:
"She has a lot of sockets in her home for convenience."
Ze heeft veel stopcontacten in haar huis voor het gemak.
"The computer socket failed, so I had to get it repaired."
De computerverbinding faalde, dus ik moest het laten repareren.
Het woord "socket" komt uit het Oud-Frans "soquette", dat “een klein gat of opening” betekent. De oorsprong kan ook teruggevoerd worden naar het Latijnse "soccus", wat een soort slipper of schoeisel betekent. Dit geeft aan dat het woord ooit betrekking had op iets dat past of om iets heen zit.
Met deze informatie heeft u een uitgebreid overzicht van het woord "socket" in het Engels.