a posteriori indifference
is een combinatie van een bijvoeglijk naamwoord (a posteriori) en een zelfstandig naamwoord (indifference).
/a pəˈstɔːr.iˈɔɪ/ ˌɪnˈdɪf.ər.əns/
De term a posteriori indifference verwijst naar een soort onverschilligheid die voortkomt uit ervaring of observatie, in tegenstelling tot een priori, wat impliceert dat iets onafhankelijk van ervaring kan worden bepaald.
In de Engelse taal wordt het meestal gebruikt in academische of philosophische contexten. Het verwijst vaak naar epistemologische debatten waarin de waarde van ervaringen en de manier waarop deze ons begrip van indifferente situaties beïnvloeden, worden besproken.
De term is niet gangbaar in dagelijks gebruik en heeft meer betekenis in academisch en filosofisch discours. Het wordt voornamelijk in geschreven context gebruikt, zoals in essays of artikelen, minder in de gesproken taal.
Het concept van a posteriori onverschilligheid roept belangrijke vragen op over onze besluitvormingsprocessen.
In tackling this dilemma, one must consider the implications of a posteriori indifference in moral philosophy.
Bij het aanpakken van dit dilemma moet men de implicaties van a posteriori onverschilligheid in de morele filosofie overwegen.
The philosopher emphasized the significance of a posteriori indifference in understanding user preferences.
De term "a posteriori indifference" is niet typisch verbonden met veel idiomatische uitdrukkingen. Echter, hier zijn een paar zinnen die de termen "indifference" combineren met bredere contexten:
Zijn a posteriori onverschilligheid ten opzichte van de uitkomsten toonde een gebrek aan betrokkenheid bij het debat.
In ethics, a posteriori indifference often complicates discussions of justice.
In de ethiek compliceert a posteriori onverschilligheid vaak de discussies over rechtvaardigheid.
The researcher’s a posteriori indifference about previous studies undermined their credibility.