absolute property (engels) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

"Absolute property" is een zelfstandige naamwoord (noun) in de Engelse taal.

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie van "absolute property" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈæb.sə.luːt ˈprɒp.ə.ti/.

Vertaalopties voor Nederlands

"Absolute property" kan in het Nederlands vertaald worden als "absolute eigendom."

Betekenis en Gebruik

"Absolute property" verwijst naar een soort eigendom waarin de eigenaar volledige en onbetwiste rechten heeft over het bezit. Dit houdt in dat de eigenaar het recht heeft om te gebruiken, te verkopen, te verhuren of op een andere manier met de eigendom om te gaan, met uitzondering van wettelijke beperkingen. Het woord wordt vaak gebruikt in juridische en vastgoedcontexten.

"Absolute property" is een term die meer voorkomt in geschreven contexten zoals juridische documenten, academische discussies over eigendomsrechten, en wetenschappelijke literatuur. Het gebruik in informele spreektaal komt minder vaak voor.

Voorbeeldzinnen: - In some jurisdictions, absolute property allows the owner complete control over their assets.
In sommige rechtsgebieden geeft absoluut eigendom de eigenaar volledige controle over zijn bezittingen.

• The concept of absolute property is fundamental in property law.
  Het concept van absoluut eigendom is fundamenteel in het eigendomsrecht.

Idiomatische Uitdrukkingen

Hoewel "absolute property" zelf niet veel voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, zijn er enkele gerelateerde uitdrukkingen die de twee woorden in een bredere context combineren.

• "Absolute authority" means having complete power over something.
  "Absolute authority" betekent totale macht over iets.

• "Absolute freedom" implies having total liberty without restrictions.
  "Absolute freedom" houdt in dat men totale vrijheid zonder beperkingen heeft.

• "Absolute truth" refers to a fact that is universally acknowledged without variation.
  "Absolute truth" verwijst naar een feit dat universeel erkend wordt zonder variatie.

Etymologie

Het woord "absolute" komt van het Latijnse "absolutus," dat betekent "voltooid" of "onafhankelijk." Het woord "property" is afkomstig van het Oudfranse "propriete," dat zijn oorsprong vindt in het Latijnse "proprius," wat "eigen" betekent. Samen beschrijven deze woorden een toestand waarin iemand volledig en eigen is in zijn of haar bezittingen.

Synoniemen en Antonieten

Synoniemen: - Full ownership - Complete possession - Exclusive rights

Antoniemen: - Conditional property - Shared ownership - Limited rights

Door deze structuur te volgen, krijgt u een duidelijk en gestructureerd inzicht in de term "absolute property."