"Absolve" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "absolve" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /əbˈzɑlv/.
"Absolve" kan naar het Nederlands worden vertaald als "ontlasten", "vrijspreken" of "kwijtschelden".
De betekenis van "absolve" is het bevrijden van een schuld, verplichting of fout. Het wordt vaak gebruikt in juridische contexten, maar kan ook in meer algemene situaties optreden, zoals wanneer iemand eerder gemaakte fouten goedmaakt of als iemand excuses maakt.
Het gebruik van "absolve" is meer gebruikelijk in geschreven contexten, zoals in juridische documenten of academische teksten, dan in alledaagse gesproken taal.
Voorbeeldzinnen:
- She was absolved of all wrongdoing by the jury.
(Zij werd door de jury van alle wangedrag vrijgesproken.)
"Absolve" is niet een algemeen gebruikt woord in idiomatische uitdrukkingen, maar kan soms worden ingekapseld in frases waarin vergeving of vrijstelling wordt getheoretiseerd. Hier zijn enkele voorbeeldzinnen:
I hope you can absolve me for my mistake.
(Ik hoop dat je me kunt vergeven voor mijn fout.)
The agreement absolves the contractor from liability for delays.
(De overeenkomst ontslaat de aannemer van aansprakelijkheid voor vertragingen.)
He worked hard to absolve his past, seeking forgiveness from those he wronged.
(Hij werkte hard om zijn verleden te verzoenen en zocht vergiffenis van degenen die hij onrecht had aangedaan.)
Het woord "absolve" komt van het Latijnse "absolvere", wat "vrijmaken" of "voltooiing" betekent, bestaande uit "ab-" (af) en "solvere" (losmaken of betalen). Dit wijst op de betekenis van het bevrijden of losmaken van verplichtingen of fouten.
Synoniemen:
- Vergeven
- Vrijspreken
- Ontlasten
Antoniemen:
- Veroordelen
- Verplichtstellen
- Straffen