"Agnail" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van het woord "agnail" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈæɡ.neɪl/.
In het Nederlands kan "agnail" vertaald worden als "nagelriemontsteking" of "hangnagel". Het beschrijft een bepaalde aandoening van de nagelomgeving.
"Agnail" verwijst naar een ontsteking of zwelling van de huid rond de nagels, specifiek aan de zijkant van de nagel. Het kan pijn doen en verschijnen als een rood of gezwollen gebied rondom de nagel. Het woord wordt mogelijk vaker in medische of dermatologische contexten gebruikt dan in dagelijkse conversatie.
Ze ging naar de dokter omdat ze een nagelriemontsteking op haar duim had.
The agnail became so painful that she couldn't type on her computer.
Het woord "agnail" zelf wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen in het Engels, omdat het specifiek en medisch van aard is. Het is meer een term die in instructies of medische literatuur voorkomt dan in spreektaal of gezegden.
De oorsprong van het woord "agnail" komt van het Oudengelse "agne" wat "nagel" betekent, en "nail", dat puur en eenvoudig verwijst naar de nagels van de vingers of tenen. Het is een samenstelling die door de tijd heen in gebruik is gebleven.
Met deze informatie heeft u een uitgebreide uitleg over het woord "agnail".