"Air station" is een zelfstandig naamwoord.
/ɛər ˈsteɪʃən/
De term "air station" kan vertaald worden als "luchtstation" of "luchtvaartstation" in het Nederlands.
"Air station" verwijst doorgaans naar een faciliteit of een locatie die verband houdt met luchtverkeer, zoals een luchtvaartbasis, waar vliegtuigen opereren, onderhoud krijgen of waar luchtvaartdiensten worden geleverd. Het kan ook gebruikt worden om een ruimte te beschrijven die is ingericht voor luchtvaartcommunicatie.
In het Engels wordt het woord "air station" voornamelijk in geschreven contexten gebruikt, zoals in technische documenten, luchtvaartrapporten of militaire communicatie. Het gebruiksfrequentie is moderaat, vooral in specialistische kringen.
Voorbeeldzinnen: 1. The military operates an air station equipped for various aircraft. - Het leger exploiteert een luchtstation dat is uitgerust voor verschillende vliegtuigen.
"Air station" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Echter, hier zijn enkele contexten waarin de term kan verschijnen:
"Hij werkt op het luchtstation en zorgt ervoor dat alle apparatuur functioneel is."
"The new air station is expected to boost local tourism."
"Het nieuwe luchtstation wordt verwacht de lokale toerisme een boost te geven."
"Communications from the air station are vital during emergencies."
De term "air" komt van het Oudengelse woord "ǣr," wat "lucht" of "atmosfeer" betekent. "Station" is afkomstig van het Latijnse "statio," wat "standplaats" of "plaats van verblijf" betekent. De combinatie van deze woorden geeft een duidelijke indicatie van een locatie die gerelateerd is aan de luchtvaart.
Synoniemen: - Luchtbasis - Luchthaven - Luchtvaartstation
Antoniemen: - Grondstation (in de context van voertuigen op de grond) - Haven (in de context van zeeverkeer)
Dit biedt een overzicht van de term "air station" en geeft inzicht in zijn betekenis en gebruik binnen de Engelse taal.