"Asparagine" is een zelfstandig naamwoord.
/ˌæspəˈrædʒin/
Asparagine is een aminozuur dat in de biochemie voorkomt. Het is een niet-essentieel aminozuur, wat betekent dat het door het lichaam kan worden aangemaakt. Asparagine speelt een cruciale rol in de biosynthese van glycoproteïnen en is betrokken bij het metabolisme van verschillende voedingsstoffen.
Het gebruik van "asparagine" is voornamelijk relevant in wetenschappelijke en medische contexten, zoals biochemie, voeding en geneeskunde. Het woord zelf is minder frequent in dagelijkse conversaties, maar komt vaak voor in geschreven tekst, vooral in academische artikelen en studies.
Asparagine is van belang voor de eiwitsynthese in het lichaam.
Het onderzoek naar asparagine heeft geleid tot nieuwe inzichten in voeding.
"Asparagine" is niet vaak verbonden met idiomatische uitdrukkingen in het Engels. Het is een specifiek jargonwoord dat voornamelijk in wetenschappelijke teksten voorkomt. Echter, hier zijn een paar voorbeelden van hoe het in een meer contextuele zin kan worden gebruikt:
Het lichaam heeft asparagine nodig om complexe eiwitten te synthetiseren.
Asparagine kan in overvloed worden gevonden in plantaardige eiwitten.
Asparagine kan in overvloed worden gevonden in plantaardige eiwitten.
De rol van asparagine in metabolisme is cruciaal voor sporters.
Het woord "asparagine" is afgeleid van het Franse woord "asparagine," dat is terug te voeren op "asparagus," het Latijnse woord voor asperge. De naam verwijst naar de ontdekking van het aminozuur in de sappen van de aspergeplant.
Synoniemen voor asparagine zijn moeilijk te vinden gezien de specifieke aard van het woord. In een bredere zin kan het worden gerelateerd aan andere aminozuren, zoals glutamine.
Antonimen zijn ook niet toepasbaar, gezien asparagine een specifieke chemische verbinding is en niet in directe tegenstelling staat tot andere termen.