autocephalous (engels) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

Autocephalous is een bijvoeglijk naamwoord.

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie wordt als volgt weergegeven: /ˌɔːtəʊˈsɛfələs/

Vertaalopties voor Nederlands

Het woord "autocephalous" kan vertaald worden naar het Nederlands als "autocefaal."

Betekenis en Gebruik

"Autocephalous" verwijst naar een kerk of een religieus bestuur dat zelfstandig is, met volledige onafhankelijkheid en geen externe autoriteit. Het wordt vaak gebruikt in contexten omtrent kerken en religieuze groeperingen, vooral binnen de orthodoxe tradities, waar autocephaliteit een belangrijk kenmerk is van nationale kerken.

In het Engels wordt het woord relatief minder vaak gebruikt in dagelijkse gesprekken, maar komt het meer voor in geschreven teksten, vooral in religieuze of academische contexten. Het gebruik is vooral geconcentreerd in specifieke discussies over kerkelijke structuren en onafhankelijkheid.

Voorbeeldzinnen

1. The Orthodox Church of Poland is recognized as an autocephalous entity by the Ecumenical Patriarchate.

2. De Orthodoxe Kerk van Polen wordt erkend als een autocefale entiteit door het Oecumenisch Patriarchaat.

3. Autocephalous churches often assert their right to govern their own affairs without external interference.

4. Autocephale kerken beweren vaak hun recht om hun eigen zaken te regelen zonder externe inmenging.

5. The title of "autocephalous" signifies a significant level of autonomy for the religious community.

6. De titel "autocephaal" geeft een aanzienlijk niveau van autonomie voor de religieuze gemeenschap aan.

Idiomatische Uitdrukkingen

Het woord "autocephalous" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Het is meer een technisch woord dat in specifieke contexten voorkomt. Toch zijn er enkele relevante zinnen die een bredere toepassing van het concept kunnen illustreren:

1. The council proclaimed their independence, declaring themselves an autocephalous authority.

2. De raad proklameerde hun onafhankelijkheid en verklaarde zichzelf als een autocefaal gezag.

3. As an autocephalous church, they emphasized their right to self-governance in spiritual matters.

4. Als een autocefale kerk benadrukten zij hun recht op zelfbestuur in geestelijke zaken.

Etymologie

Het woord "autocephalous" is van Griekse oorsprong, afgeleid van "auto-", wat "zelf" betekent, en "cephalus", wat "hoofd" betekent. Samen verwijzen ze naar een "zelfstandig hoofd", dat in de context van de kerkelijke hiërarchie duidt op een onafhankelijk bestuur.

Synoniemen en Antoniemen

Synoniemen: - Independent (onafhankelijk) - Sovereign (soeverein)

Antoniemen: - Dependent (afhankelijk) - Subservient (ondergeschikt)