Het woord "baccalaureate" is een zelfstandig naamwoord.
/bæk.əˈlɔː.ri.ət/
Het woord "baccalaureate" verwijst meestal naar een academische graad, zoals die van een bacheloropleiding. Meestal wordt het gebruikt in de context van hoger onderwijs, en kan het ook betrekking hebben op specifieke examens of kwalificaties, zoals het "International Baccalaureate" (IB), een internationaal onderwijssysteem. Het wordt zowel in geschreven als gesproken context veelvuldig gebruikt, vooral in academische omgevingen.
Ze is afgestudeerd met een baccalaureaat in biologie aan een prestigieuze universiteit.
The school offers a rigorous baccalaureate program for high-achieving students.
Hoewel "baccalaureate" niet vaak direct voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, wordt het wel in combinatie met andere woorden gebruikt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Ze bereidt zich voor op haar baccalaureaat examens, in de hoop goede cijfers te behalen.
After receiving her baccalaureate, she plans to study medicine abroad.
Na het behalen van haar baccalaureaat is het haar plan om geneeskunde in het buitenland te studeren.
The baccalaureate ceremony celebrated the accomplishments of the graduates.
Het woord "baccalaureate" komt uit het Latijnse "baccalaureatus", wat "bachelorhood" betekent. Het woord is afgeleid van "baccalaureus", een term die verwijst naar een student die een bacheloropleiding heeft afgerond. De oorsprong van het woord is verbonden met het woord "baculum" (stok of staf), en geeft een verbondenheid aan met academische eer.
Synoniemen: - Bachelor - Examen (in specifieke contexten)
Antoniemen: - Master (in termen van academische graden) - Diploma (in termen van kwalificaties)