"Book-keeper" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "book-keeper" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈbʊkˌkiːpər/.
"Book-keeper" kan in het Nederlands vertaald worden als "boekhouder" of "boekhouderster".
Een "book-keeper" is iemand die verantwoordelijk is voor het bijhouden van financiële gegevens en boekhouding voor een bedrijf of organisatie. Dit omvat taken zoals het registreren van financiële transacties, het opstellen van rapporten en het zorgen voor de juiste uitvoering van financiële procedures. De term wordt vaak gebruikt in professionele contexten en heeft een iets hogere frequentie in geschreven taal dan in mondelinge spraak vanwege de formele aard van het werk dat ermee gemoeid is.
De boekhouder zorgde ervoor dat alle transacties voor de maand nauwkeurig werden vastgelegd.
As a book-keeper, she plays a crucial role in maintaining the company's financial health.
"Book-keeper" wordt minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar de rol heeft invloed op verschillende uitdrukkingen gerelateerd aan financiën en boekhouding. Hier zijn enkele zinnen met gerelateerde uitdrukkingen:
Het is belangrijk om je boeken in balans te houden als je een succesvolle boekhouder wilt zijn.
A good book-keeper knows when to take the books to the next level.
Een goede boekhouder weet wanneer hij de boekhouding naar een hoger niveau moet tillen.
If the books are not in order, the book-keeper will need to do some serious damage control.
Het woord "book-keeper" bestaat uit twee delen: "book" (boek) en "keeper" (houder). Het gebruik van het woord in deze context gaat terug tot de late 19e eeuw, wanneer er een groeiende behoefte was aan professionals die financiële administratie konden beheren.