"Bubble gum" is een zelfstandig naamwoord.
/bʌbəl ɡʌm/
"Bubble gum" verwijst naar een soort kauwgom die speciaal is ontworpen om in bellen te blazen. Het is meestal zoet en heeft vaak een fruitige of andere aantrekkelijke smaak. Het wordt vaak geassocieerd met kinderen, maar er zijn ook varianten voor volwassenen. De frequentie van gebruik van het woord in het Engels is vrij hoog, vooral in mondelinge spraak en informele contexten, zoals gesprekken onder jongeren en bij het kopen van snoep.
I love chewing bubble gum while watching movies.
(Ik hou ervan om kauwgom te kauwen terwijl ik films kijk.)
She managed to blow the biggest bubble with her bubble gum.
(Ze slaagde erin om de grootste bel te blazen met haar kauwgom.)
He bought a pack of bubble gum from the store.
(Hij kocht een pak kauwgom in de winkel.)
"Bubble gum" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar het woord kan figuurlijk worden gebruikt om iets aan te duiden dat oppervlakkig of niet diepgaand is.
Their conversation was just bubble gum; it lacked depth.
(Hun gesprek was gewoon oppervlakkig; het ontbrak aan diepgang.)
The movie was pure bubble gum for the mind—entertaining but not intellectually stimulating.
(De film was pure oppervlakkigheid voor de geest—vermakelijk, maar niet intellectueel stimulerend.)
De term "bubble gum" werd populair in het midden van de 20e eeuw en verwijst naar het vermogen van bepaalde soorten kauwgom om te worden gebruikt voor het blazen van bellen. De exacte oorsprong van de ontwikkeling van kauwgom die bedoeld was om te blazen is niet helemaal duidelijk, maar het soort kauwgom werd voor het eerst ontwikkeld door een Amerikaanse bedrijven in de jaren 1920.
Synoniemen: - Kauwgom - Snoep
Antonimen: - Verveling (in een context waarin ‘bubble gum’ als oppervlakkig wordt gezien) - Ernst
Met deze informatie krijg je een goed beeld van wat "bubble gum" in het Engels betekent, hoe het wordt gebruikt en in welke contexten het wordt aangetroffen.