"Building envelop" is een samengesteld zelfstandig naamwoord.
/bɪldɪŋ ˈɛn.və.ləp/
Het woord "building envelop" kan vertaald worden naar het Nederlands als "gebouwschil".
"Building envelop" verwijst naar de fysieke componenten die de binnenruimte van een gebouw scheiden van de buitenomgeving. Dit omvat muren, daken, ramen en vloeren. De building envelop speelt een cruciale rol in het beheer van temperatuur, vocht, en energie-efficiëntie binnen een gebouw. Het woord wordt vaak gebruikt in de architectuur en bouwkunde. Het heeft een hogere frequentie in geschreven contexten, zoals technische rapporten en architectonische literatuur, dan in mondelinge spraak.
Voorbeeldzinnen:
- The architect used advanced materials for the building envelop to improve energy efficiency.
(De architect gebruikte geavanceerde materialen voor de gebouwschil om de energie-efficiëntie te verbeteren.)
"Building envelop" wordt minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele creatieve zinnen die het concept bevatten:
Ensuring the building envelop is airtight can lead to significant energy savings.
(Zorgen dat de gebouwschil luchtdicht is, kan leiden tot aanzienlijke energiebesparingen.)
An architect must consider the building envelop early in the design process.
(Een architect moet de gebouwschil vroeg in het ontwerpproces overwegen.)
The durability of a building is greatly influenced by the quality of its building envelop.
(De duurzaamheid van een gebouw wordt sterk beïnvloed door de kwaliteit van de gebouwschil.)
Het woord "building" komt van het Oudengelse "byldan," wat "bouwen" betekent, en "envelop" is afgeleid van het Latijnse "involvere," wat "omsluiten" betekent. Samengevoegd verwijzen ze naar het idee van het omgeven van een constructie.
Synoniemen: - Building shell - Structure envelope
Antoniemen: - Open space - Outdoor environment