casa - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Online Woordenboek

casa (engels) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

Substantief

Fonetische transcriptie

/kɑːsə/

Betekenissen en Gebruik

Het woord "casa" is afkomstig uit het Spaans, Portugees en Italiaans en betekent "huis" in het Nederlands. Het wordt voornamelijk gebruikt in geschreven teksten en minder in mondelinge communicatie in het Nederlands. Het kan gebruikt worden om te verwijzen naar een woning of een verblijfplaats.

Werkwoordsvormen

Aangezien "casa" een zelfstandig naamwoord is, heeft het geen werkwoordsvormen of verbuigingen.

Voorbeeld Zinnen

  1. Ik ga naar mijn casa na het werk. (Ik ga naar mijn huis na het werk.)
  2. Hun casa heeft een prachtige tuin. (Hun huis heeft een prachtige tuin.)

Idiomatische Uitdrukkingen

"Casa" wordt niet vaak gebruikt als onderdeel van idiomatische uitdrukkingen in het Nederlands. Het wordt meestal direct vertaald naar "huis" in verschillende contexten.

Etymologie

Het Spaanse, Portugese en Italiaanse woord "casa" is afgeleid van het Latijnse woord "casa", wat "hut, huisje" betekent.

Synoniemen en Tegenstellingen

Synoniemen

  1. Woning
  2. Verblijfplaats
  3. Huisvesting

Tegenstellingen

  1. Buiten
  2. Dakloosheid