Een "casual worker" verwijst naar iemand die werkt in een tijdelijke of onregelmatige capaciteit, vaak zonder een vast contract. Deze werknemers worden vaak ingehuurd voor specifieke projecten of om seizoensgebonden behoefte aan arbeidskrachten op te vangen. Het gebruik van de term "casual worker" is vrij gebruikelijk in de Engelse taal, vooral in contexten waar flexibiliteit van arbeid een belangrijk aspect is. Het wordt zowel in spreektaal als in geschreven tekst gebruikt, maar de frequentie kan variëren afhankelijk van de sector, zoals horeca, retail of tijdelijke werkzaamheden.
Het bedrijf vertrouwt sterk op tijdelijke werknemers tijdens het vakantieseizoen.
As a casual worker, she enjoys the flexibility of choosing her own hours.
Als tijdelijke werknemer geniet ze van de flexibiliteit om haar eigen uren te kiezen.
Many casual workers find it challenging to secure stable employment.
De term "casual worker" komt niet veel voor in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele relevante uitdrukkingen die het concept van casual of tijdelijke arbeid verkennen.
Ze was het vakantieticket aan het verbranden als tijdelijke werknemer en student.
"Work to live, not live to work": Dit betekent dat men werkt om te leven en niet andersom, wat vaak het beleid is van casual workers.
Veel tijdelijke werknemers geloven in de filosofie van werken om te leven, niet leven om te werken.
"Drop in the bucket": Dit verwijst naar iets wat maar een klein deel is van een grotere behoefte, wat kan gelden voor de bijdrage van tijdelijke werknemers aan een bedrijf.
De term "casual" komt van het Latijnse woord "casualis", wat "toevallig" of "voorbijgaand" betekent. Het woord "worker" komt van het Oudengelse "wyrcan", wat "doen" of "werken" betekent. Samen vormt "casual worker" letterlijk iemand die toevallig of tijdelijk werk verricht.