"Cervical flexure" is een samenstelling van twee woorden: "cervical" (bijvoeglijk naamwoord) en "flexure" (zelfstandig naamwoord).
/cɜːrˈvaɪ.kəl ˈflɛk.tʃər/
Cervical flexure verwijst naar een anatomische structuur in de nekregio van een organisme, specifiek bij het embryo en in de anatomie van werveldieren. Het beschrijft de buiging van de neurale buis in de cervicale regio, wat belangrijk is voor de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel. Dit begrip wordt vaak gebruikt in de context van embryologie en anatomie. Het is een technisch woord dat meestal in geschreven context wordt gebruikt, vooral in vakliteratuur en medische teksten.
De cervicale buiging speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel.
Researchers are studying the cervical flexure to understand developmental abnormalities.
"Cervical flexure" is niet een woord dat vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen of spreektaal. Het is een technisch begrip dat voornamelijk in wetenschappelijke en medische contexten wordt gebruikt. Aangezien er geen veelvoorkomende idiomatische uitdrukkingen zijn die dit specifieke woord bevatten, zullen we ons beperken tot de eerder genoemde voorbeeldzinnen.
Het woord "cervical" komt van het Latijnse "cervix", wat "nek" betekent. "Flexure" komt van het Latijnse "flexura," wat 'buiging' of 'kromming' betekent. De term beschrijft dus letterlijk een buiging in de nek.
Synoniemen: - Cervicale kromming - Cervicale bocht
Antoniemen: Er zijn meestal geen directe antoniemen voor "cervical flexure", aangezien het een specifieke anatomische term is. In een bredere zin zou een "rechte" of "ongebogen" structuur een tegenovergestelde betekenis kunnen impliceren, maar deze worden meestal niet in hetzelfde technische kader gebruikt.