"Chamber" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈtʃeɪmbər/.
Het woord "chamber" verwijst meestal naar een afgesloten ruimte of kamer, vaak gebruikt in een formele of officiële context. In de Engelse taal wordt het vaak gebruikt om te verwijzen naar een kamer binnen een gebouw, zoals een slaapkamer of een vergaderruimte. Het wordt ook gebruikt in officiële termen, zoals "chamber of commerce" (handelskamer) of "upper chamber" (bovenkamer van een parlement). Het gebruik van het woord "chamber" komt regelmatig voor in zowel gesproken als geschreven contexten, maar het ziet meer gebruik in formele of geschreven vormen van communicatie dan in informele gesproken taal.
De president richtte zich tot de kamer over de nieuwe beleidswijzigingen.
She found an old diary hidden in the chamber of her grandmother's house.
Ze vond een oud dagboek verstopt in de kamer van het huis van haar grootmoeder.
The chamber of commerce organizes many events to support local businesses.
Het woord "chamber" wordt soms gebruikt in diverse idiomatische uitdrukkingen:
(De kamer met geheimen is het soort plek waar niemand naar binnen kan zonder toestemming.)
In the chamber – being in a space where important decisions are made.
De vertegenwoordigers bespraken de wet in de kamer voordat ze erover stemden.
Chamber music – music composed for a small group of instruments.
Het woord "chamber" komt uit het Oudfranse woord "chambre," dat afkomstig is van het Latijnse "camera," wat "kamer" of "ruimte" betekent. De term gaat terug naar het Proto-Indo-Europese *ḱem-, dat 'te grillen' of 'verbergen' betekent.
Synoniemen: - Kamer - Ruimte - Zaal
Antoniemen: - Openlucht - Buitenruimte - Hall (in de context van een grote open ruimte)