"Conventional lottery" is een samenstelling van een bijvoeglijk naamwoord ("conventional") en een zelfstandig naamwoord ("lottery"). Samen betekent het een traditionele of gebruikelijke vorm van een loterij.
/kənˈvɛnʃənəl ˈlɒtəri/
Een "conventional lottery" verwijst naar een type loterij dat voldoet aan de standaardprocedures en regels die in de meeste landen gebruikelijk zijn. Het omvat vaak het kopen van lotto-tickets, waarbij deelnemers een kans maken op prijzen door nummers te kiezen. Deze loterijen zijn typisch georganiseerd door de overheid of officiële instanties en zijn bedoeld om fondsen te genereren voor openbare projecten of sociale programma's.
In het Engels komt deze term vaak voor in geschreven context, zoals nieuwsartikelen, beleidsdocumenten en informatieve brochures, hoewel het ook in mondelinge gesprekken wordt gebruikt, vooral bij het bespreken van gokken en kansspelen. De gebruiksfrequentie kan variëren, afhankelijk van de context (bijvoorbeeld in rapporten over gokken).
Voorbeeldzinnen: 1. People often participate in a conventional lottery to win money for their dreams. - Mensen nemen vaak deel aan een conventionele loterij om geld te winnen voor hun dromen. 2. The government announced a new conventional lottery to fund educational programs. - De overheid kondigde een nieuwe conventionele loterij aan om educatieve programma's te financieren.
De term "lottery" komt vaak voor in idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Het leven is als een loterij, vol willekeur en kansen.
Hit the jackpot - To succeed spectacularly, often used in the context of winning a lottery.
Als je het grote geluk hebt, kun je de hoofdprijs winnen.
Playing the lottery - Refers to buying a lottery ticket with the hope of winning.
Het spelen van de loterij kan zowel leuk als riskant zijn.
A lottery ticket to success - Suggesting that something may lead to great success, similar to winning a lottery.
Het woord "lottery" komt van het Italiaanse woord "lotteria," wat verwijst naar het loten of trekken van loten. Het Engelse woord stamt uit de 16e eeuw, toen loterijen steeds vaker werden gebruikt in Europa voor het financieren van overheidsprojecten.
Synoniemen: - Lotto - Gokspel - Kansspel
Antoniemen: - Zekerheid - Zekerheidsspel - Geplande investering