crumbling - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

crumbling (engels) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

"Crumbling" is een werkwoord (gerund of participium) en kan in bepaalde contexten ook als bijvoeglijk naamwoord functioneren.

Fonetische transcriptie

De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈkrʌmb.lɪŋ/.

Vertaalopties voor Nederlands

Betekenis en gebruik

"Crumbling" verwijst naar het proces waarbij iets in stukjes valt of afbrokkelt, meestal als gevolg van veroudering of slijtage. Het kan letterlijk worden gebruikt voor fysieke structuren, zoals gebouwen, maar ook figuurlijk, zoals in de context van relaties of systemen die instabiel of ineengeschrompeld raken. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, waarbij de frequentie in de geschreven taal hoger kan zijn, vooral in literatuur en journalistieke teksten.

Voorbeeldzinnen

  1. The old castle is crumbling and in need of restoration.
  2. Het oude kasteel brokkelt af en heeft restauratie nodig.

  3. Their relationship has been crumbling under the pressure of financial problems.

  4. Hun relatie brokkelt af onder de druk van financiële problemen.

  5. The government is facing criticism as the welfare system is crumbling.

  6. De regering krijgt kritiek omdat het welzijnssysteem afbrokkelt.

Idiomatische uitdrukkingen

"Crumbling" wordt minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar het kan in verschillende contexten verschijnen die de kwetsbaarheid of achteruitgang van iets benadrukken. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. "The foundation of trust in the friendship is crumbling."
  2. De basis van vertrouwen in de vriendschap brokkelt af.

  3. "As the economy crumbles, many are left without jobs."

  4. Terwijl de economie afbrokkelt, zijn velen werkloos.

  5. "The walls of the old building are crumbling down."

  6. De muren van het oude gebouw storten in elkaar.

  7. "His hopes of a promotion are crumbling with each passing day."

  8. Zijn hoop op een promotie brokkelt elke dag verder af.

  9. "Crumbling under pressure, she decided to take a break."

  10. Onder druk brokkelen, besloot ze een pauze te nemen.

  11. "The alliance seems to be crumbling as differences arise."

  12. De alliantie lijkt af te brokkelen nu er verschillen opduiken.

Etymologie

Het woord "crumbling" heeft zijn oorsprong in het Oudengelse woord "crombulian" dat betekent 'afbrokkelen' of 'vervallen'. Deze term komt van het Proto-Germaanse *krumbilaz, wat 'gebroken' of 'gebogen' betekent, en is verwant aan woorden in andere Germaanse talen die dezelfde betekenis hebben.

Synoniemen en antoniemen

Synoniemen: - Disintegrating - Falling apart - Decaying

Antoniemen: - Solidifying - Strengthening - Building up



25-07-2024