"Deduct" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "deduct" is /dɪˈdʌkt/.
"Deduct" kan naar het Nederlands worden vertaald als "aftrekken".
"Deduct" betekent om een bepaald bedrag of een waarde van iets af te trekken. Het wordt vaak gebruikt in de context van financiën, belastingen en rekeningen. Het woord kan ook verwijzen naar het afleiden van conclusies op basis van beschikbare informatie. Het komt vaak voor in zowel mondelinge als geschreven context, met een neiging naar formele of technische omgevingen, zoals boekhouding of juridische documenten.
Gebruik van het woord: - In fiscale contexten, zoals belastingaangiften. - In wiskundige contexten of bij het maken van berekeningen.
In mijn belastingaangifte kan ik een aanzienlijk bedrag aftrekken.
Het is belangrijk om al je kosten goed te documenteren voordat je ze deduct.
Het is belangrijk om al je kosten goed te documenteren voordat je ze aftrekt.
De rechtbank besloot dat bepaalde bewijzen niet konden worden deduct.
Het woord "deduct" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar wel in bepaalde zinnen die de betekenis van het woord in een bredere context weergeven.
"Een bedrag van iemands salaris aftrekken".
"To deduct expenses" betekent dat je uitgaven afhaalt van je inkomsten voor belastingdoeleinden.
"Uitgaven van je inkomsten aftrekken voor belastingdoeleinden".
"Deducting the obvious" verwijst naar het afleiden van duidelijke conclusies uit informatie.
Het woord "deduct" is afkomstig van het Latijnse "deductus," wat "afgeleid" betekent, afgeleid van "deducere," wat betekent "wegnemen" of "afleiden."
Synoniemen: - Aftrekken - Afleiden - Verwijderen
Antoniemen: - Bijvoegen - Toevoegen - Vermeerdering