"Densimeter" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "densimeter" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈdɛn.sɪˌmiː.tər/.
In het Nederlands kan "densimeter" worden vertaald als "densimeter" of "dichtheidsmeter".
Een densimeter is een instrument dat de dichtheid van vloeistoffen of gassen meet. Het wordt vaak gebruikt in laboratoria, de chemie en de industrie om de fysische eigenschappen van stoffen te bepalen.
Het woord "densimeter" wordt voornamelijk gebruikt in geschreven context, vooral in wetenschappelijke en technische literatuur. De gebruiksfrequentie is relatief laag in dagelijkse mondelinge spraak, tenzij iemand specifiek in een technisch of wetenschappelijk kader communiceert.
Voorbeeldzinnen: 1. The scientist used the densimeter to accurately measure the density of the liquid. - De wetenschapper gebruikte de densimeter om de dichtheid van de vloeistof nauwkeurig te meten.
Een densimeter is essentieel voor het bepalen van de soortelijke massa van de oplossing.
To obtain reliable results, the densimeter must be calibrated correctly before use.
Het woord "densimeter" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar in technische contexten zijn er zinnen waarin het kan voorkomen.
Voorbeeldzinnen met context: 1. The data from the densimeter confirmed our hypothesis about the solution's density. - De gegevens van de densimeter bevestigden onze hypothese over de dichtheid van de oplossing.
Het woord "densimeter" is afkomstig van het Latijnse woord "densus", dat "dicht" betekent, en het Griekse achtervoegsel "-meter", dat "maat" of "meting" betekent. De term is ontstaan in de 19e eeuw, toen de moderne wetenschap en technologisch onderzoek opkwamen.
Synoniemen: - Dichtheidsmeter - Specifieke zwaartekrachtmeter
Antoniemen: Er zijn geen directe antoniemen voor "densimeter", aangezien het een specifiek meetinstrument is en niet een woord dat een spectrum van betekenissen of eigenschappen heeft.