"Dotterel" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "dotterel" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈdɒtərəl/.
In het Nederlands wordt "dotterel" vertaald als "dotterel" of "dotterelvogel".
De dotterel, een soort shorebird van de familie Charadriidae, is bekend om zijn opvallende uitrusting en gedrag. Dit woord wordt veel gebruikt in zowel geschreven als gesproken contexten, en het is vooral populair in ornithologie en natuurbeschrijvingen. De frequentie van gebruik is relatief laag buiten gespecialiseerde contexten zoals vogels kijken of natuurrapporten.
Voorbeeldzinnen:
- The dotterel is known for its distinctive breeding plumage during the spring.
(De dotterel staat bekend om zijn opvallende broedkleed in het voorjaar.)
De "dotterel" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar in de ornithologische context kan het worden genoemd in zinnen die wijzen op de unieke kenmerken of het gedrag van de vogel.
Voorbeeldzinnen met idiomatische uitdrukkingen:
- "Watch how the dotterel cleverly blends into its surroundings to avoid predators."
(Kijk hoe de dotterel zich slim in zijn omgeving mengt om roofdieren te vermijden.)
Het woord "dotterel" komt van het Oud-Engelse "dotterel," dat gerelateerd is aan het Middelengelse "dottrel" en mogelijk afgeleid is van een term die "sufferer" of "dullard" betekent, wat verwijst naar het gedrag van de vogel, die soms wordt gezien als tam of onoplettend.
Synoniemen: - Charadrius morinellus (wetenschappelijke naam)
Antoniemen: Er zijn geen directe antoniemen voor het woord "dotterel," omdat het specifiek verwijst naar een bepaalde soort vogel. In bredere zin kan men misschien "roofvogel" aanvoeren als een antoniem in de context van de voedselketen.