"Exposition hall" is een samenstelling van twee woorden en wordt als een zelfstandig naamwoord gebruikt.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ɛkspəˈzɪʃən hɔl/
"Exposition hall" vertaalt naar het Nederlands als "expositiehal."
Een "exposition hall" is een grote ruimte die speciaal is ontworpen voor het houden van tentoonstellingen, beurzen en andere grote evenementen. Deze zalen zijn vaak te vinden in congrescentra of als onderdeel van grotere evenementenfaciliteiten. De term wordt veel gebruikt in zakelijke en commerciële contexten, waarbij de nadruk ligt op het tonen van producten of informatie aan een publiek.
In de Engelse taal komt het gebruik van "exposition hall" vooral voor in geschreven context, zoals in brochures, zakelijke rapporten en evenementenplanning. Het is minder gebruikelijk in alledaagse gesprekken, hoewel men het kan tegenkomen in gesprekken over evenementorganisatie.
The annual trade show will take place in the exposition hall this year.
(De jaarlijkse beurs vindt dit jaar plaats in de expositiehal.)
Visitors can explore various exhibits in the large exposition hall.
(Bezoekers kunnen verschillende tentoonstellingen verkennen in de grote expositiehal.)
"Exposition hall" zelf wordt niet vaak gebruikt in specifieke idiomatische uitdrukkingen, maar het kan deel uitmaken van zinnen die beschrijven waar iets gebeurt. Hier zijn enkele gebruiksvoorbeelden:
The crowd gathered in the exposition hall for the opening ceremony.
(De menigte verzamelde zich in de expositiehal voor de openingsceremonie.)
Exhibitors set up their booths early in the exposition hall to attract visitors.
(Tentoonstellers zetten hun standen vroeg op in de expositiehal om bezoekers aan te trekken.)
The exposition hall buzzed with excitement as the new products were unveiled.
(De expositiehal gonst van opwinding toen de nieuwe producten werden onthuld.)
Het woord "exposition" komt van het Latijnse "expositio," wat "expositie" of "voorstelling" betekent. Het staat voor de handeling van het tonen of tentoonstellen van iets. Het woord "hall" komt van het Oudengelse "heall," wat verwijst naar een grote ruimte of kamer. Samen vormen ze een term die een specifieke functie en ruimte beschrijft.
Synoniemen: - Exhibition hall - Trade show hall - Convention center
Antoniemen: - Storage room (opslagruimte) - Private room (privékamer) - Quiet space (stille ruimte)