"Fasciate" is een werkwoord.
/fæˈʃiː.eɪt/
"Fasciate" betekent in botanische termen de anomalie waarbij een plant zich ontwikkelt met samengevoegde of samengeperste stengels, wat leidt tot een platte of gefusioneerde morfologie. Het woord is een zeer gespecialiseerd medisch en botanisch term en komt zelden voor in het dagelijks gebruik. Het gebruiksfrequentie is laag en komt voornamelijk voor in geschreven context, zoals wetenschappelijke artikelen of botanische literatuur.
De cactus begon te fascieëren, wat een unieke uitstraling gaf die veel verzamelaars aantrok.
Fasciate growth can be caused by environmental stress or genetic mutations.
Fasciërende groei kan worden veroorzaakt door milieustress of genetische mutaties.
The gardener was surprised to see her succulent plants fasciate unexpectedly.
Het woord "fasciate" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, gezien het zijn specifieke betekenis heeft binnen de botanische en wetenschappelijke context. Er zijn geen gangbare Engelse uitdrukkingen die dit woord bevatten, maar hier zijn enkele zinnen die het gebruik ervan illustreren:
Het concept van fascieer groei wordt vaak besproken in gevorderde botanica cursussen.
Botany enthusiasts frequently share photos of their fasciate plants online.
Botanische enthousiastelingen delen vaak foto's van hun fascieerende planten online.
Understanding how and why plants fasciate can help scientists in genetic research.
Het woord "fasciate" komt van het Latijnse woord "fascis", wat "bundel" of "straal" betekent, verwijzend naar de samengevoegde of gefuseerde structuur die in deze vormen van groei wordt waargenomen.
Synoniemen: - Fuse (in de context van samensmelten) - Conglomerate (in de context van samenvoegen)
Antoniemen: - Separate (scheiden) - Diverge (afwijken)
Dit geeft een overzicht van het woord "fasciate" in verschillende contexten en gebruik.