"Feed allowance" bestaat uit twee woorden: "feed" als zelfstandig naamwoord en "allowance" als zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "feed allowance" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /fiːd əˈlaʊəns/
"Feed allowance" kan vertaald worden naar het Nederlands als "voer toelage" of "voersubsidie".
"Feed allowance" verwijst doorgaans naar de hoeveelheid voer (meestal voor dieren) die een persoon of een organisatie toestaat of beschikbaar stelt. Het woord wordt vooral gebruikt in landbouw- en veeteeltcontexten, waarbij het belang heeft voor boeren en veehouders om de kosten van dierenvoeding te beheren. Het gebruik van de term komt zowel voor in geschreven tekst (zoals landbouwrapporten of boeken) als in mondelinge spraak (bijvoorbeeld gesprekken over veehouderij).
De boer verhoogde de voer toelage voor zijn runderen tijdens de wintermaanden.
It's important to monitor the feed allowance to ensure the animals are receiving proper nutrition.
"Feed allowance" zelf is minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Echter, de termen rond "feed" en "allowance" kunnen wel andere uitdrukkingen voortbrengen, bijvoorbeeld:
Hij probeerde me een verhaal te vertellen over hoe hij zijn baan verloor.
"To feed into something"
De nieuwe gegevens zullen bijdragen aan het lopende onderzoeksproject.
"Allowing for"
Het woord "feed" komt van het Oudengelse "fēdan", wat "geven te eten" betekent, en "allowance" komt van het Latijnse "ad + luere", wat betekent "toestaan". Samen weerspiegelen ze een concept van het verstrekken van iets (voer) dat vereist is voor de voeden van dieren.
Synoniemen: - Voertoelage - Voersubsidie - Voerbudget
Antoniemen: - Voertekort - Onvoldoende voeding - Voergebrek
Door de discussie over "feed allowance" vanuit verschillende invalshoeken te belichten, zijn de veelzijdigheid en het belang in de landbouw en veeteelt duidelijk geworden.