"Feeler" is een zelfstandig naamwoord (noun) in het Engels.
De fonetische transcriptie van "feeler" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈfiːlər/.
In het Nederlands kan "feeler" worden vertaald als: - Voelen - Gevoel (in bepaalde contexten)
"Feeler" verwijst meestal naar iemand die iets probeert te peilen of een gevoel probeert te krijgen van een situatie, vaak in sociale of emotionele contexten. Het kan ook verwijzen naar testen of peilen van reacties, of het aanvoelen van onuitgesproken gevoelens. Het woord wordt vaker gebruikt in informele of spreektaal dan in formele, geschreven contexten.
Voorbeeldzinnen: - I sent out a feeler to see if she was interested in joining the team. - Ik stuurde een gevoel om te zien of ze geïnteresseerd was om bij het team te komen.
"Feeler" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar kan in verschillende contexten worden gebruikt om het concept van peilen of inschatten aan te duiden.
Voorbeeldzin: She decided to put out feelers about a potential new job.
Feelers in the water
Het woord "feeler" komt van het Engelse werkwoord "feel", dat "voelen" of "aanvoelen" betekent. Het achtervoegsel "-er" duidt een persoon of iets aan dat de actie van het werkwoord uitvoert. De oorsprong gaat terug tot het Oudengels, met wortels die verband houden met voelen en tastzin.
Synoniemen: - Tester - Peiler
Antoniemen: - Negeerder (iemand die geen aandacht besteedt aan gevoelens of signalen) - Afweger (iemand die niet probeert te peilen of aan te voelen)