"Feu" is een zelfstandig naamwoord in het Nederlands en Frans, hoewel het in het Nederlands meestal niet gebruikt wordt als een apart woord, maar eerder als een deel van uitdrukkingen of in combinatie met andere woorden. In het Frans betekent "feu" "vuur."
In het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) wordt "feu" als volgt getranscribeerd: /fø/.
In het Frans verwijst "feu" naar vuur of de vlammen. Het wordt vaak gebruikt in verschillende contexten, zoals in de natuur, koken, of als metafoor voor passie of opwinding. In het Nederlands is het gebruik van "feu" niet gebruikelijk, maar het kan toegepast worden bij bijzondere gevallen of als een Franse term. De frequentie van gebruik is hoger in gesproken en geschreven Frans dan in het Nederlands.
Het vuur knettert in de open haard.
Ils ont allumé un feu de camp pour la nuit.
Ze hebben een kampvuur aangestoken voor de nacht.
Elle a un feu d'artifice dans les yeux quand elle parle de son rêve.
Het woord "feu" wordt in het Frans vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Enkele voorbeelden zijn:
Hij is altijd in vuur en vlam als het om zijn hobby's gaat.
Feu d'artifice - Dit betekent letterlijk "vuurwerk," maar kan ook figuurlijk worden gebruikt om iets dat spectaculair of indrukwekkend is te beschrijven.
De presentatie was een waar feu d'artifice van creativiteit.
De presentatie was een waar vuurwerk van creativiteit.
Mettre le feu aux poudres - Dit betekent "de lont aansteken" of een situatie verergeren.
Sa déclaration a mis le feu aux poudres dans le débat.
Het Franse woord "feu" komt van het Latijnse "focus," wat "haard" of "vuur" betekent. In de loop van de tijd heeft de betekenis zich uitgebreid, waarbij het woord op verschillende manieren in het Frans wordt toegepast.
In het kader van het Frans kan "feu" ook een uiterste betekenis hebben (de dood), in tegenstelling tot de levendigheid die het in de vorm van vuur of enthousiasme vertegenwoordigt in andere contexten.