"Final" is een bijvoeglijk naamwoord.
/fɪˈnaɪl/
Het woord "final" kan in het Nederlands vertaald worden als "eind", "finale" of "laatste".
"Final" verwijst naar iets dat de laatste in een reeks is, of iets dat definitief of onomkeerbaar is. Het kan ook betrekking hebben op de conclusie van een proces of gebeurtenis, zoals in "final exam" (eindexamen). In het Engels wordt het woord veel gebruikt in zowel mondelinge als geschreven contexten, en het heeft een gemiddelde frequentie van gebruik.
Voorbeeldzinnen:
- The final decision will be made tomorrow.
(De definitieve beslissing wordt morgen genomen.)
Het woord "final" wordt ook vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Enkele voorbeelden:
Final call: This is the final call for boarding.
(Dit is de laatste oproep voor instappen.)
Final verdict: The jury will present the final verdict tomorrow.
(De jury zal morgen het laatste oordeel presenteren.)
Final nail in the coffin: The company's bankruptcy was the final nail in the coffin of the industry.
(Het faillissement van het bedrijf was de laatste spijker in de doodskist van de industrie.)
Het woord "final" komt van het Latijnse "finalis", wat betekent "dat wat betreft een eind" of "afsluitend". Het is door middel van het Oud Frans in de Engelse taal gekomen.
Synoniemen: ultimate, last, concluding
Antoniemen: initial, first, beginning