"Finishing calendar" bestaat uit twee woorden, waarvan "finishing" een werkwoord (als een gerund), en "calendar" een zelfstandig naamwoord is. Gecombineerd verwijst het doorgaans naar een tijdschema of een planning met betrekking tot de afronding van werkzaamheden of projecten.
/ˈfɪnɪʃɪŋ ˈkælɪndər/
"Finishing calendar" kan vertaald worden naar het Nederlands als: - "afrondingskalender" - "voltooiingskalender"
In het Engels verwijst een "finishing calendar" naar een gestructureerd schema waarin de tijdlijnen en deadlines voor het afmaken van specifieke taken of projecten worden vastgelegd. Dit kan variëren van dagelijkse taken tot meer uitgebreide projectplanning. Het gebruiksfrequentie is significant in zakelijke en projectmanagementcontexten, waarbij het een belangrijk hulpmiddel is om de voortgang te volgen en ervoor te zorgen dat deadlines worden gehaald. Het wordt vaker aangetroffen in geschreven context, zoals rapporten, e-mails en projectdocumentatie.
Het team heeft de afrondingskalender herzien om ervoor te zorgen dat alle projecten op schema lagen.
We need to update our finishing calendar to reflect the new deadlines.
We moeten onze voltooiingskalender bijwerken om de nieuwe deadlines weer te geven.
The manager emphasized the importance of following the finishing calendar closely.
Hoewel "finishing calendar" niet een gangbaar onderdeel is van veel idiomatische uitdrukkingen, kan het concept van "finishing" in combinatie met deadlines en voorbereidingen wel in andere contexten voorkomen.
We werken tegen de tijd om de afrondingskalender te halen.
Don’t drop the ball on the finishing calendar; it’s crucial for the project’s success.
Laat de afrondingskalender niet vallen; het is cruciaal voor het succes van het project.
Staying ahead of the game means regularly adhering to our finishing calendar.
Het woord "finishing" komt van het werkwoord "to finish," dat zowel "afmaken" als "afsluiten" betekent. Het vindt zijn oorsprong in het Oudfranse "finir," wat zelf afkomstig is van het Latijnse "finire," wat "beëindigen" betekent. "Calendar" komt van het Latijnse "calendarium," wat 'boek van de schulden' betekent, en verwijst naar de manier hoe men tijden en data vastlegde.
Synoniemen: - Deadline schedule (deadlineschema) - Completion timeline (voltooiingstijdlijn)
Antoniemen: - Starting calendar (startkalender) - Planning calendar (planningskalender)