"Firelight" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "firelight" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈfaɪərlaɪt/.
"Firelight" kan vertaald worden naar het Nederlands als "vuurlicht".
"Firelight" verwijst naar het licht dat door een vuurbron, zoals een open haard of kampvuur, wordt uitgestraald. Het woord wordt vaak gebruikt in contexten die een gevoel van gezelligheid of sfeer beschrijven. Het gebruik van "firelight" komt vaker voor in geschreven teksten en poëzie, waar het kan worden gebruikt om beelden van natuur en samen zijn op te roepen.
We zaten rond het vuurlicht, verhalen te delen en van elkaars gezelschap te genieten.
The firelight danced on the walls, creating a warm and inviting atmosphere.
"Firelight" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen die de sfeer van het woord mooi vangen:
In het vuurlicht worden oude vrienden als familie.
The warmth of the firelight reminded her of her childhood.
De warmte van het vuurlicht deed haar denken aan haar kindertijd.
Secrets were shared in the flickering firelight.
Het woord "firelight" is samengesteld uit de woorden "fire" (vuur) en "light" (licht). Het is ontstaan in het Engels als een beschrijvende term voor het licht dat door een vlam wordt uitgestraald.