"Flapdoodle" is een zelfstandig naamwoord.
/ˈflæpˌdudəl/
Het woord "flapdoodle" kan vertaald worden als "flauwekul", "onzin" of "nonsens".
"Flapdoodle" verwijst naar onzin of iets dat als absurd of belachelijk wordt beschouwd. Het wordt vaak gebruikt om een uitspraak of idee te omschrijven dat als ongeloofwaardig, lachwekkend of betekenisloos wordt gezien. Dit woord kan zowel in gesproken als geschreven context worden gebruikt, hoewel het iets vaker in een informele of conversatietoon voorkomt.
De beloften van de politicus bleken niets meer dan flauwekul te zijn.
Don't listen to his flapdoodle; he doesn't actually know what he's talking about.
"Flapdoodle" kan deel uitmaken van verschillende informele uitdrukkingen, maar komt minder vaak voor in veelvoorkomende idiomen. Het gebruik ervan benadrukt meestal de waardeloosheid of absurditeit van een situatie of uitspraak.
"Die uitleg is gewoon een hoop flauwekul."
"I can't believe you fell for that flapdoodle!"
"Ik kan niet geloven dat je voor die onzin bent gevallen!"
"His claims were all flapdoodle and lacked any real evidence."
Het woord "flapdoodle" dateert uit de 19e eeuw en is vermoedelijk afkomstig uit Amerikaans Engels. De exacte herkomst is onduidelijk, maar het kan zijn afgeleid van andere vergelijkbare woorden die "onzin" betekenen. Het gebruik ervan is vooral te vinden in informele of spreektaalcontexten.
Synoniemen: nonsens, flauwekul, onzin, dwaasheid.
Antoniemen: feit, waarheid, logica, zinvolle uitspraak.