god (engels) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Part of Speech:
Zelfstandig naamwoord
Fonetische transcriptie:
/gɒd/
Betekenissen en Gebruik:
"God" wordt gebruikt om te verwijzen naar de opperwezen in diverse religies, zoals het Christendom, Islam, Jodendom en vele anderen. Het wordt gebruikt in zowel gesproken als geschreven Engels en heeft een hoge frequentie van gebruik.
Werkwoordsvormen:
Niet van toepassing
Voorbeelden:
She believes in God. (Ze gelooft in God.)
He prays to God every day. (Hij bidt elke dag tot God.)
Idiomatische Uitdrukkingen:
"Oh my God" - een uitroep van verbazing of ongeloof.
Voorbeeld: Oh my God, I can't believe she actually said that! (Oh my God, ik kan niet geloven dat ze dat echt zei!)
"God knows" - wordt gebruikt wanneer je niet zeker bent over de juiste antwoord of reden.
Voorbeeld: God knows why she made that decision. (God weet waarom ze die beslissing heeft gemaakt.)
Etymologie:
"God" komt van het Oud-Engelse woord "god" en heeft Proto-Germaanse oorsprong.
Synoniemen:
Deity
Higher Power
Supreme Being
Antoniemen:
Atheïst
Onbezield
De besproken gegevens geven een uitgebreid overzicht van het woord "God" in het Engels, met inbegrip van betekenissen, gebruiksbereik en taalkundige eigenschappen.