"Landless" is een bijvoeglijk naamwoord.
De fonetische transcriptie van "landless" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈlændləs/.
"Landless" kan in het Nederlands worden vertaald als "landloos".
"Landless" verwijst naar een toestand waarin iemand of een groep mensen geen land bezit of geen toegang heeft tot land. Het wordt vaak gebruikt in sociale en economische contexten, zoals bij het bespreken van landhervormingen, agrarische kwesties en rechten van mensen zonder land. Het woord wordt vaker gebruikt in geschreven contexten, zoals artikelen over sociale rechtvaardigheid of beleidsdocumenten.
The landless farmers protested for their rights to property ownership.
De landloze boeren protesteerden voor hun recht op eigendom.
In many countries, landless individuals struggle to find stable housing.
In veel landen hebben landloze individuen moeite om een stabiele woning te vinden.
"Landless" zelf is niet een veelvoorkomend onderdeel van idiomatische uitdrukkingen. Dit is voornamelijk te wijten aan de specifieke betekenis en het gebruik in contexten van landbezit en sociale rechtvaardigheid. Toch kan het worden gebruikt in bredere discussies over economische ongelijkheid en de rechten van individuen. Hieronder staan enkele voorbeelden waarin het woord kan worden opgenomen in bredere uitdrukkingen:
The plight of the landless is often overlooked in economic discussions.
De benarde situatie van de landloze wordt vaak over het hoofd gezien in economische discussies.
Many organizations focus on the empowerment of landless communities.
Veel organisaties richten zich op de empowerment van landloze gemeenschappen.
The landless population's struggle for recognition is a pressing issue.
De strijd van de landloze bevolking voor erkenning is een dringende kwestie.
Het woord "landless" komt van het Oudengelse woord "land", wat "grond" of "gebied" betekent, en het achtervoegsel "-less", dat "zonder" betekent. Het is een samenvoeging die aangeeft dat iemand zonder land is.