"Liar" is een zelfstandig naamwoord.
Fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA): /ˈlaɪər/
Het woord "liar" verwijst naar een persoon die opzettelijk onwaarheden vertelt of liegt. Dit kan in verschillende contexten worden gebruikt, van informele gesprekken tot meer formele situaties. De gebruiksfrequentie van "liar" is gemiddeld; het woord komt zowel in gesproken als geschreven Engels voor, maar het kan in gesprek informeler overkomen.
Voorbeeldzinnen:
1. "He is a liar because he always changes his stories."
"Hij is een leugenaar omdat hij zijn verhalen altijd verandert."
"Liar" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen en spreekwoorden, zoals:
"Liar, liar, pants on fire."
Dit is een kinderrijmpje dat vaak wordt gebruikt om te zeggen dat iemand liegt.
"Leugenaar, leugenaar, je broek staat in brand."
"Call someone a liar."
Dit betekent dat je iemand beschuldigt van liegen.
"Het is niet netjes om iemand een leugenaar te noemen."
"No one likes a liar."
Dit geeft aan dat mensen meestal een hekel hebben aan leugenaars.
"Niemand houdt van een leugenaar."
"He was exposed as a liar."
Dit betekent dat iemand is ontmaskerd als een leugenaar.
"Hij werd ontmaskerd als een leugenaar."
Het woord "liar" komt van het Oudengelse "leogere," dat "leugenaar" betekent en is afgeleid van "leogan," wat "liegen" betekent. Dit is ook verwant aan het Germaanse woord voor liegen, wat de oorsprong van de betekenis illustreert.
Synoniemen: - Deceiver (bedrieger) - Fabricator (fabrikant van leugens)
Antoniemen: - Truth-teller (waarheidspreker) - Honest person (eerlijk persoon)