"Linguistic stock" is een zelfstandige naamwoordgroep (noun phrase).
/lɪŋˈɡwɪstɪk stɒk/
"Linguistic stock" verwijst naar de verzameling talen of taalfamilies die voortkomen uit een gemeenschappelijke oorsprong. In de taalwetenschap kan dit ook verwijzen naar de verzameling woorden en uitdrukkingen die als basis dienen voor een bepaalde taal of taalfamilie. Het kan ook worden gebruikt om de schaal van linguïstische diversiteit binnen een regio of onder een bevolkingsgroep aan te duiden. Dit woord wordt zowel in geschreven als gesproken contexten gebruikt, maar komt vaker voor in academische of linguïstische teksten.
De taaltoestand van de inheemse stammen in de regio is ongelooflijk divers.
Researchers are trying to classify the various languages within the linguistic stock of the Pacific islands.
"Linguistic stock" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele relevante uitdrukkingen die betrekking hebben op taal en woorden:
Taal is de handelsvoorraad van een vertaler.
"His linguistic stock has significantly improved after years of practice."
Zijn taalvaardigheid is aanzienlijk verbeterd na jaren van oefening.
"Building a rich linguistic stock is crucial for effective communication."
Het woord "linguistic" komt van het Latijnse "lingua," wat "tong" of "taal" betekent. Het woord "stock" heeft zijn oorsprong in het Oudengelse "stoc," wat "staak" of "stam" betekent, en in deze context verwijst het naar een reserve of voorraad van elementen.