"Lobworm" is een zelfstandig naamwoord.
/lɒb.wɜːm/
"Lobworm" kan vertaald worden als "osworm" in het Nederlands.
Een lobworm is een type worm, specifiek een soort van de familie Lumbricidae, die vaak in de grond wordt aangetroffen en bekend staat om zijn grootte en het feit dat hij wordt gebruikt als vissenaas. In de Engelse taal wordt het woord vooral gebruikt in contexten die te maken hebben met tuinieren of vissen. Het gebruik van "lobworm" is meer gebruikelijk in gesproken taal, vooral in informele gesprekken over natuur of recreatieve activiteiten.
The fisherman used a lobworm to bait his hook before heading out to the lake.
(De visser gebruikte een osworm om zijn haak te lokken voordat hij naar het meer ging.)
Gardening enthusiasts often turn to lobworms to help aerate their soil and promote healthy plant growth.
(Tuinliefhebbers wenden zich vaak tot oswormen om hun grond te beluchtingen en een gezonde plantengroei te bevorderen.)
Hoewel "lobworm" niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, kan het wel integraal deel uitmaken van uitdrukkingen die de natuur of tuinieren behandelen.
When it comes to fishing, the early bird catches the lobworm, as they say.
(Als het op vissen aankomt, vangt de vroege vogel de osworm, zoals ze zeggen.)
You have to dig deep like a lobworm to uncover all the hidden secrets of gardening.
(Je moet diep graven zoals een osworm om alle verborgen geheimen van tuinieren te onthullen.)
Het woord "lobworm" komt van het Engelse woord "lob," dat een informele term is voor iets dat groot of zwaar is, en "worm," wat verwijst naar de langwerpige structuur van dit dier. De samenstelling benadrukt de grootte en het uiterlijk van de worm.
Er zijn geen directe antoniemen voor "lobworm," maar termen zoals "vliegvissen" of andere visstechnieken die geen gebruik maken van aas kunnen worden beschouwd in een bredere context van tegenstelling.