"Machine thread" is een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden: "machine" en "thread".
De fonetische transcriptie van "machine thread" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /məˈʃiːn θrɛd/.
De term "machine thread" kan worden vertaald naar het Nederlands als "machinedraad".
"Machine thread" verwijst meestal naar de draad of schroefdraad die door een machine wordt gebruikt, met name in de context van het verbinden of monteren van verschillende onderdelen. Het wordt vaak gebruikt in technische en mechanische teksten. De frequentie van gebruik hangt af van de context, maar 'machine thread' komt meer voor in geschreven technische documentatie dan in mondelinge spraak.
Voorbeeldzinnen:
- The technician examined the machine thread to ensure proper tension.
(De technicus onderzocht de machinedraad om ervoor te zorgen dat de spanning correct was.)
Het specifieke woord "machine thread" heeft niet veel idiomatische uitdrukkingen waarin het voorkomt. Echter, hier zijn enkele gebruikelijke uitdrukkingen die gerelateerd zijn aan 'thread' in het algemeen:
She thought she understood the machine thread, but she was in over her head.
(Ze dacht dat ze de machinedraad begreep, maar ze zat er volledig over heen.)
"To pull a thread" (to start exploring a topic that leads to discovering more information):
Once you start to pull a thread about machine thread design, you’ll uncover many fascinating details.
(Zodra je begint te trekken aan de draad over machinedraadontwerp, zul je veel fascinerende details ontdekken.)
"Threading the needle" (navigating a difficult situation):
Het woord "machine" komt van het Latijnse "machina", wat 'werktuig' of 'apparaat' betekent. Het woord "thread" komt van het Oudengelse "ðrædd", wat 'draad' of 'snoer' betekent. Samen vormen deze termen een technische verwijzing naar een specifieke functie in mechanische of industriële contexten.
Synoniemen: - Screw thread (schroefdraad) - Fastener thread (bevestigingsdraad)
Antoniemen: - Solid (vast; in de context van iets zonder draad of verbinding) - Disconnection (ontkoppeling; in de context van het ontbreken van een draad of verbinding)