Het woord "macronucleus" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "macronucleus" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˌmækrəˈnjuːkliəs/.
De vertaling van "macronucleus" in het Nederlands is "macro-nucleus". Dit woord wordt in het Nederlands niet vaak gebruikt en wordt meestal in de context van biologie of microbiologie behouden.
Het woord "macronucleus" verwijst naar een type kern in bepaalde eencellige organismen, zoals protozoa, dat verantwoordelijk is voor de regulatie van de dagelijkse celactiviteit en het metabolisme. Het macronucleus geeft het grootste deel van de genen die nodig zijn voor de normale werking van de cel.
In het Engels wordt het vaak gebruikt in wetenschappelijke en academische contexten, vooral binnen microbiologie en celbiologie. Het komt minder vaak voor in alledaagse spraak, maar je kunt het tegenkomen in vakliteratuur of tijdens colleges.
Voorbeeldzinnen:
- The macronucleus is essential for the cell's day-to-day operations.
De macro-nucleus is essentieel voor de dagelijkse activiteiten van de cel.
Het woord "macronucleus" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen omdat het vooral voorkomt in technische en wetenschappelijke contexten. Het is een zeer specifiek term dat niet in algemene spreektaal wordt gebruikt.
Het woord "macronucleus" is samengesteld uit twee delen: "macro-" wat "groot" betekent, en "nucleus", afkomstig van het Latijnse woord "nucleus" wat "kern" betekent. Samen verwijzen deze elementen naar de "grote kern" die prominent aanwezig is in bepaalde protozoën.
Synoniemen voor "macronucleus" zijn er niet echt, aangezien het een specifieke term is. Echter, bekendheid met de term "micronucleus" kan nuttig zijn, aangezien deze verwijst naar een andere, kleinere kern in dezelfde organismen, die voornamelijk een rol speelt in reproductie en het reguleren van genen.
Antonimen zijn ook moeilijk te vinden, aangezien "macronucleus" verwijst naar een specifieke structuur zonder directe tegenstellingen in de biologie.