"Missioner" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "missioner" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈmɪʃənər/.
In het Nederlands kan "missioner" vertaald worden als "missionaris".
Een "missioner" is iemand die een missie uitvoert, meestal in een religieuze context, waarbij men probeert om het geloof te verspreiden, of in bredere zin iemand die zich inzet voor een bepaalde zaak of doel. In het Engels wordt het woord vaak gebruikt in de context van religieuze missies, maar ook in andere contexten waar mensen zich inzetten voor de ondersteuning of bevordering van een bepaalde doelstelling.
Het woord "missioner" komt minder vaak voor dan "missionary", dat meer gebruikelijk is. Over het algemeen kan "missioner" zowel in gesproken als geschreven taal voorkomen, maar het gebruik is voornamelijk formeel of gespecialiseerd.
Voorbeeldzinnen: - The missioner traveled to remote areas to spread the teachings of his faith. - De missionaris reisde naar afgelegen gebieden om de leerstellingen van zijn geloof te verspreiden.
"Missioner" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Er zijn echter enkele relevante zinnen die de betekenis in een bredere context illustreren:
Uit de pan in het vuur, besefte de missionaris de omvang van zijn taak.
The missioner's work is a labor of love, as he tirelessly seeks to make a difference.
Het woord "missioner" is afgeleid van het Latijnse woord "missio", wat "zending" betekent. Het benadrukt de functie van iemand die een zending of een opdracht uitvoert, meestal met een religieuze of sociale verantwoordelijkheid.
Synoniemen: - Missionary (de meest gebruikelijke term) - Envoy (afgevaardigde) - Ambassador (gezant)
Antonimen: - Nonbeliever (niet-gelovige) - Opponent (tegenstander) - Adversary (tegenpartij)