"Missus" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "missus" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈmɪsəs/.
De vertaling van "missus" in het Nederlands is "mevrouw" of "vrouw". In informele context wordt het soms ook gebruikt om te verwijzen naar de echtgenote of vrouwelijke partner van iemand.
"Missus" is een informele en vaak liefdevolle term voor een vrouw, meestal de echtgenote. Het wordt vaker gebruikt in gesproken taal dan in geschreven context, omdat het een meer informele toon heeft.
"Missus" wordt soms gebruikt in complexe uitdrukkingen of informele zinnen, zoals:
Het woord "missus" komt van het Latijnse "missa", wat "afgeserveerd" of "weggestuurd" betekent. Het is een verkleinwoord van "mistress", waarmee een vrouw in een positie van gezag of verantwoordelijkheden werd aangeduid.
Synoniemen: vrouw, echtgenote, madam, mevrouw.
Antoniemen: heer, man, echtgenoot.