"Monotremes" is een zelfstandig naamwoord.
/mɒnəˈtriːmz/
Het woord "monotremes" kan in het Nederlands worden vertaald als "monotrematen".
Monotremes verwijst naar een groep van eierleggende zoogdieren, die behoren tot de infraklasse Prototheria. De bekendste soorten monotremes zijn de vogelbekdier en de echidna. In de Engelse taal wordt het vaak gebruikt in biologisch en zoologisch jargon, meestal in geschreven context, zoals onderzoeksartikelen of educatieve materiaal. Het is minder gebruikelijk in dagelijkse gesprekken.
De monotrematen, zoals het vogelbekdier, zijn uniek onder de zoogdieren.
Scientists study monotremes to better understand the evolution of mammals.
Monotremes zijn niet vaak aanwezig in idiomatische uitdrukkingen, echter willen veel biologen hun uniekheid benadrukken. Hier zijn enkele zinnen die de term "monotremes" in context plaatsen:
Het is fascinerend hoe monotrematen, zoals de echidna, de kloof tussen reptielen en zoogdieren overbruggen.
When discussing monotremes, it's clear that they defy common mammalian characteristics.
Het woord "monotreme" komt van het Griekse "monos" (één) en "trema" (opening), verwijzend naar de enkele opening (de cloaca) die deze dieren hebben voor de afgifte van urine, ontlasting en voortplantingsmateriaal.
Synoniemen: Er zijn niet echt synoniemen voor het woord "monotremes", maar het kan worden aangeduid als "eierleggende zoogdieren" in bredere termen.
Antoniemen: Placentale zoogdieren en buideldieren kunnen als antoniemen worden beschouwd, aangezien deze groepen zich reproductief verschillen van monotremes door het hebben van placenta en het dragen van levend jong.
Monotremes zijn unieke en belangrijke onderdelen van de zoogdieren-familie die bijzondere reproductieve kenmerken hebben. Hun studie biedt inzichten in de evolutie en diversiteit binnen het dierenrijk.