"Mutton" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈmʌtən/.
De Nederlandse vertaling voor "mutton" is "schapenvlees".
Mutton verwijst naar vlees van een schaap dat ouder is dan één jaar. Het wordt vaak gebruikt in culinaire contexten en is populair in verschillende keukens over de hele wereld, vooral in het Midden-Oosten en het Zuid-Azië. Mutton wordt meer in geschreven context gebruikt, vaak in recepten of menu's, terwijl het in mondelinge spraak minder frequent voorkomt.
"De chef bereidde een heerlijke schapenstoofpot voor de gasten."
"Many cultures have traditional dishes that include mutton."
"Veel culturen hebben traditionele gerechten die schapenvlees bevatten."
"Mutton is often preferred over lamb in certain recipes."
"Mutton" wordt minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele zinnen waarin het woord voorkomt, vooral in traditionele of culturele contexten.
"Je kunt geen zijden tas maken uit een zeugenoor; soms moet je in plaats daarvan schapenvlees gebruiken."
"Eating mutton on a cold winter night brings back fond memories."
Het woord "mutton" komt uit het Oudfrans "mouton," dat "schaap" betekent. Het heeft zijn oorsprong in het Latijn "mānsu" of "mānsue," dat ook gerelateerd is aan de woorden voor schapenvlees.
Met deze informatie heb je een gedetailleerd overzicht van het woord "mutton."