"On-air" is een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord.
Het woord "on-air" kan fonetisch worden weergegeven als /ˈɒn ˈɛər/.
"On-air" verwijst naar de staat waarin een uitzending live is op radio of televisie. Het wordt gebruikt om aan te geven dat een programma of bericht op dat moment wordt uitgezonden. Het woord is vrij gebruikelijk en wordt zowel in mondelinge als geschreven communicatie gebruikt, vooral binnen de media- en omroepsector.
Voorbeeldzinnen:
- The radio host went on-air to announce the breaking news.
(De radio-dj ging in de lucht om het laatste nieuws aan te kondigen.)
"On-air" is vaak te vinden in verschillende idiomatische uitdrukkingen, vooral in de mediabranche. Hieronder vind je enkele voorbeelden:
The show was so popular that they decided to keep it on-air longer than planned.
(De show was zo populair dat ze besloten om het langer in de lucht te houden dan gepland.)
After a brief technical issue, the interview was back on-air.
(Na een korte technische storing was het interview weer in de lucht.)
The television station will soon go on-air with its new news program.
(De televisiezender zal binnenkort in de lucht gaan met zijn nieuwe nieuwsprogramma.)
The actors felt nervous before going on-air for their live performance.
(De acteurs voelden zich zenuwachtig voordat ze in de lucht gingen voor hun live optreden.)
De term "on-air" is ontstaan uit de combinatie van het Engels "on", wat "in of binnen" betekent, en "air", dat verwijst naar de ether of het uitzendbereik. Het woord heeft zijn oorsprong in de omroeptechnologie van de 20e eeuw, waarin uitzendingen die op dat moment plaatsvinden, werden aangeduid als "on-air".
Synoniemen: - Live - Uitzendend - In de lucht
Antoniemen: - Off-air (duidt aan dat een uitzending is gestopt of niet meer live is) - Pre-recorded (een opname die is gemaakt voordat deze wordt uitgezonden)