"One-place functor" is een term die vaak voorkomt in de context van de wiskunde en de programmering, met name in de functionele programmeertalen en de logica. Het is samengesteld uit twee woorden.
De fonetische transcriptie van "one-place functor" is /wʌn pleɪs ˈfʌŋktər/.
De vertaling van "one-place functor" in het Nederlands is "één-plaats functor".
Een "one-place functor" is een concept dat verwijst naar een functie die precies één argument accepteert. In de functionele programmeertaal of in wiskundige logica kan dit worden geïnterpreteerd als een functie of operator die één invoer accepteert om een resultaat te produceren. Het gebruik van deze term komt vaker voor in geschreven tekst, met een focus op technische documentatie, academische artikelen en lesmateriaal over programmeren en logica.
Voorbeeldzinnen:
- A one-place functor can simplify many programming tasks by abstracting away repetitive code.
Een één-plaats functor kan veel programmeertaken vereenvoudigen door repetitieve code te abstraheren.
"One-place functor" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, aangezien het voornamelijk een technische term is. Echter, in een bredere zin binnen de context van programmeren, kunnen we enkele uitdrukkingen aanpassen om het gebruik te demonstreren.
Voorbeeldzinnen:
- When working with a one-place functor, developers can avoid unnecessary complexity in their code.
Wanneer je met een één-plaats functor werkt, kunnen ontwikkelaars onnodige complexiteit in hun code vermijden.
De term "functor" komt van het Latijnse "facere," wat "te doen" betekent, en werd in de wiskunde en logica gebruikt om te verwijzen naar objecten die een bepaalde functie of bewerking uitvoeren. "One-place" verwijst simpelweg naar het aantal argumenten (één) dat de functor kan behouden of verwerken.
Synoniemen:
- Unary function
- Single-argument function
Antoniemen:
- Two-place functor (of binaire functie)
- Multi-place functor (meervoudige functor)